In dit artikel
Recente berichten
“Woest be(aan)trekkelijk?”
Afgelopen week heb ik mee mogen werken aan een item voor de landelijke media omtrent de door Brussel goedgekeurde LBV+ regeling. In de volksmond de 120% regeling oftewel het “woest aantrekkelijke aanbod”. Ontzettend goed om hier aandacht aan te geven en mooi dat het breed in de media wordt opgepakt. Persoonlijk ben ik wel ontzettend geschrokken van de miscommunicatie, éénzijdige berichtgeving en de verbastering van diverse definities in de media en – nog veel verontrustender – óók binnen de sector.
Het begrip “marktwaarde” is heel wat anders dan de (af)waardering van de stallen conform de forfaitaire tabel vanuit de regeling. Regelmatig worden beide waardes over één kam geschoren, dit is onterecht. Daarbij is het juist ontzettend belangrijk voor de ondernemer om verder te kijken dan alleen de vergoeding op basis van het rekenmodel in combinatie met de sloopvergoeding en 100% vergoeding voor de productierechten.
Wat doet sloop van de stal(len) met de waarde van het totaalcomplex oftewel de gehele onderneming? Hoe is de huidige waarde in de markt zonder te kijken naar de forfaitaire tabel. Deze kan in sommige gevallen best eens hoger liggen, ook al wordt er een vergoeding van 120% uitgekeerd. Hoe kan je een eventuele nevenactiviteit voorzetten welke ondergeschikt is aan de hoofdfunctie? Allemaal aspecten waar wel degelijk goed naar gekeken moet worden. Tevens zijn – zowel voor de stoppende als de omschakelende ondernemer – de fiscale aspecten iets om zeker rekening mee te houden.
Iedere onderneming is uniek en er dient dan ook per individueel geval goed gekeken te worden naar de mogelijkheden binnen het object en de wens van de ondernemer.
In sommige gevallen kan de regeling inderdaad “woest aantrekkelijk” zijn, voor een ander blijft er na het verwijderen van de make-up weinig schoonheid over….
Op dit moment ligt de nadruk erg op de uitkoop, waarbij het beroepsverbod een vereiste is. Dit verbod geldt voor heel Europa, echter alleen voor de uitoefening van een bedrijf in dezelfde diercategorie. Omschakelen naar bijvoorbeeld akkerbouw of een andere diersector op een andere locatie is een mogelijkheid. Ook de gehele innovatie of verandering in bedrijfsvoering worden op dit moment nog onderbelicht.
Daarbij pleit ik voor een gebiedsgerichte aanpak door verder te kijken dan alleen de piekbelaster.
Er zijn echt wel mogelijkheden, ook voor de ondernemers nabij de stikstofgevoelige gebieden. Laten wij de focus niet teveel leggen op de primaire bedragen die links en rechts worden genoemd. Laten wij gezamenlijk en per gebied de handschoen oppakken en inzetten op een aanpak mét elkaar, in welke vorm dan ook. Hierbij kunnen de diverse regelingen ( o.a. MGA-2, LBV en LBV+) een mooie basis zijn om de onvermijdelijke transitie van het landelijk gebied op gang te helpen
Loop niet gelijk in polonaise achter de groep aan maar zet de hakken ook niet direct in het zand. Laat je desgewenst adviseren door een specialist en gebruik je eigen gezond boerenverstand.
Meer weten?
Wilt u hierover graag verder praten met onze stikstofspecialist, of één van onze makelaars, neem dan vrijblijvend contact met ons op.